Exportkredietverzekering
Duurzaamheid en innovatie
In de goede oude tijd dat je als student nog een basisbeurs kreeg die ruim genoeg was om nog maandbudget over te houden nadat je de huur van je kamer had betaald, studeerde ik zes jaar lang algemene economie. Ik deed er wat langer over dan nodig omdat, nu ja ten eerste omdat je dat gewoon deed, ten tweede omdat ik stage ging lopen en daarna werken bij het ministerie van Economische Zaken, en ten derde omdat ik aardig wat extra vakken heb gedaan. O ja, en ten vierde omdat ik een aantal tentamens zeg maar zo interessant vond dat ik ze twee keer heb afgelegd. In die zes jaar met extra vakken is een paar eeuwen verzamelde economische intelligentie over mij uitgestort, maar als jonge doctorandus had ik nog nooit van een exportkredietverzekering gehoord. Intrigerend woord eigenlijk, het bestaat uit maar liefst drie aan elkaar geplakte zelfstandige naamwoorden. Laten we daar eens op inzoomen.
Export
Export: dat kende ik wel als algemeen econoom. Op de middelbare school leerde ik al in de vergelijking die ik zelfs ’s nachts nog steeds kan opdreunen – Y=C+I+O+E-/-M – dat export een belangrijke bijdrage levert aan ons nationaal inkomen. Op de universiteit leerde ik over Ricardo, Heckscher en Ohlin, Balassa en nog een half voetbalelftal. Maar als ik nu terugkijk op al die wijsheid realiseer ik me dat export een abstract en modelmatig begrip was zoals de E in de formule. In de dagelijkse praktijk van Atradius is het echter een aannemer die duizenden kilometers verderop mensen aan het werk heeft om funderingen voor windmolens aan te leggen. Of mensen die in een fabriek een afvalscheidingsinstallatie bedenken en in elkaar schroeven. Veel interessanter! Wij van Atradius ondersteunen export en hebben dan natuurlijk een definitie nodig van wat export is. Die is bewust heel ruim: van een contract dat wij verzekeren hoeft slechts 20% van de toegevoegde waarde in Nederland neer te slaan. Nederlandse bedrijven opereren in een interne markt en zijn van oudsher internationaal georiënteerd.
Krediet en verzekeringen worden voor mij nog moeilijker. Ik kom meer uit de macro-economie en vooral openbare financiën – als u ooit iemand zoekt die bij een feestje een semi-komische verhandeling van 30 minuten wil komen geven over begrotingsregels en de zin en onzin daarvan ben ik uw man – en in de financiële wereld was ik nauwelijks thuis toen ik begon met werken. Ik geef het eerlijk toe: er was een vak over financiële innovaties zoals derivaten dat ik na twee mislukte tentamens maar heb laten vallen, want zoals al gezegd: ik had studiepunten genoeg. Dat vak ging ook over euribor en libor en zo, dus als ik toen had geweten dat ik bijna dertig jaar later in een interne werkgroep zou zitten over de libor-substitutie had ik misschien minder wielrennen gekeken (of bier gedronken, maar dat mag ik natuurlijk niet vermelden in een blog die ik voor mijn werk schrijf) en het boek nog een keer extra bestudeerd…
Verzekering
Eerst over verzekeringen: dat doen wij dus. Kort samengevat verzekeren we ofwel betalingsrisico’s die samenhangen met buitenlandse klanten van Nederlandse exporteurs, ofwel het werkkapitaal voor die Nederlandse exporteurs. Zonder het ingewikkeld te maken: we kennen daarbij nog een onderscheid tussen verzekeringen en (contra)garanties. Juridisch een relevant verschil, maar maakt u zich daarover niet druk, we kunnen het uitleggen. Mijn absolute favoriete product is trouwens een garantie: de exportkredietgarantie. Maar dat voert nu te ver.
Krediet
Dan die kredieten. Dat klinkt als iets van een bank. Vaak is dat ook zo, zeker bij de grotere exporttransacties. Een exporteur sluit een contract met een buitenlandse koper, en een bank verstrekt een krediet waaruit de exporteur wordt betaald en dat de koper vervolgens over relatief lange tijd terugbetaalt. Wij verzekeren dan het risico dat er iets misgaat met die terugbetaling, waardoor de bank ten eerste überhaupt bereid is om dat krediet te verschaffen en ten tweede een veel lager rentepercentage zal vragen dan zonder verzekering. Koper blij, exporteur blij (want een concurrerend aanbod), bank blij en de bv-Nederland blij want werkgelegenheid.
Maar dat krediet hoeft niet van een bank te komen. Dat kan ook een exporteur zelf zijn, die de buitenlandse koper toestaat de betaling uit te spreiden over de tijd waarbij wij wederom het risico kunnen verzekeren. Meestal gaat dat met zogeheten wissels, waarover in een andere blog meer. Voor kleinere bedragen kan dit een hele goede uitkomst zijn. Voor de exporteur kan het lastig zijn dat hij langer op zijn inkomsten moet wachten, maar ook daarmee kunnen we helpen. We hebben namelijk producten waardoor u die wissels – tegen een korting – eerder kunt laten uitbetalen, hetzij door een bank hetzij door onszelf. Kijkt u eens op onze website voor de mogelijkheden, of neem contact met ons op!
Achter die drie zelfstandige naamwoorden die ons werk samenvatten gaat dus een hele wereld schuil. Een fascinerende wereld die mij in de tien jaar dat ik er nu in rondloop geen moment verveeld heeft, integendeel. Eigenlijk zou ik gewoon eens voor die klassen met studenten moeten gaan staan en een bevlogen verhaal vertellen over de échte wereld van de export, de risico’s en de oplossingen. Voor iemand die zelfs een conference van 30 minuten kan geven over begrotingsregels moet dat een eitje zijn.