In 1978 vierde ik mijn vierde verjaardag en ging ik voor het eerst naar de kleuterschool. Het was het jaar waarin Nederland voor de tweede keer – helaas zonder het gehoopte resultaat – de finale van het WK voetbal haalde, terwijl een deel van het thuisfront vond dat het Nederlands elftal helemaal niet af had mogen reizen naar de dictatuur Argentinië. Bernard Hinault won voor de eerste keer (van vijf) de Tour de France en Johan de Muynck won als laatste Belg tot op heden een grote ronde, de Giro. Terwijl ik dit schrijf is Remco Evenepoel trouwens druk bezig zijn opvolger te worden. In de bioscopen was Grease met de onlangs overleden Olivia Newton John en John Travolta een gigantische hit, en het populairste liedje van dat jaar was ‘You’re the one that I want’, jawel, uit Grease.
Dit klinkt allemaal als lang geleden, neem ik aan. De internationale regels waaraan wij ons als Atradius DSB moeten houden dateren ook uit 1978. Een groep relatief rijke OESO-landen maakte toen met elkaar afspraken over de regels waaraan zij zich moeten houden wanneer ze exportkredietverzekeringen verstrekken: de zogeheten Arrangement. Die afspraken zijn sindsdien natuurlijk regelmatig aangepast. Dat wil zeggen: er zijn allerlei nieuwe regels aan toegevoegd. Heel belangrijk is bijvoorbeeld dat in 2011 de regels voor verzekeringspremies hun definitieve vorm kregen. In 2012 werden ruimere voorwaarden voor transacties die samenhangen met de klimaatverandering toegestaan. Leningen voor dat soort projecten mogen over een langere tijd worden terugbetaald, wat het makkelijker maakt voor de opdrachtgever.
Het probleem is echter dat er in de loop der tijd allerlei regels aan zijn toegevoegd, maar dat nooit een stap naar achter is gezet en de vraag gesteld: zijn al die regels eigenlijk nog wel van deze tijd? Toen mijn ouders in 1975 een hypotheek sloten voor de koop van hun eerste huis konden ze bij de bank kiezen tussen een hypotheek met lineaire aflossing of, eh, niks eigenlijk. Toen mijn vriendin en ik in 2006 hetzelfde vroegen aan de bank konden we kiezen uit lineair, annuïtair, spaar- of beleggingshypotheek, natuurlijk ook aflossingsvrij en misschien nog wel meer, iets met UFO’s of zo.
Precies die ontwikkeling is waar het nu misgaat met onze internationale regels. Uiteindelijk worden exportkredieten afgegeven door banken, die wij vervolgens verzekeren. En die banken kunnen en willen nu heel andere leningen verstrekken dan in 1978. Maar de regels bepalen nog altijd dat alleen een lineair profiel met verplichte halfjaarlijkse aflossingen is toegestaan. Bovendien moet de eerste aflossing op de dag af zes maanden na de levering van het goed plaatsvinden. Dat wringt en hindert ons bij het ondersteunen van export. Er kan veel meer maar het mag niet, terwijl in landen die zich nooit hebben aangesloten bij die groep landen die in 1978 begonnen wel van alles mag, gewoon omdat het tegenwoordig nu eenmaal zo werkt in de financiële wereld.
De hoogste tijd dus om die regels te vernieuwen. De maximale looptijd van een lening is ook zoiets. Daarvoor bestaat een woud aan regels en ook daar zijn sinds 1978 alleen maar nieuwe aan toegevoegd. Er zijn ten minste 22 categorieën met hun eigen regel, en dan tel ik die voor vliegtuigen niet eens mee. In 1978 werden eigenlijk alleen leningen verstrekt aan overheden, terwijl het tegenwoordig veel vaker aan bedrijven is. Looptijden van leningen moeten dan veel meer samenhangen met de afschrijvingstermijnen van de verzekerde goederen.
We werken er hard aan. Europese landen zijn het hier allemaal over eens, maar we moeten ook de andere landen zoals de VS, Canada, Japan en Zuid-Korea overtuigen en dat kost meer moeite. Besluiten moeten unaniem worden genomen. Maar er is goede hoop dat we er misschien dit jaar nog uit gaan komen.
Dus hopelijk kunt u volgend jaar ook bij ons terecht voor de verzekering van een lening van 15 jaar met een UFO-profiel!